De Radio

De Radio

In de tijd dat televisie nog maar nauwelijks bestond,

zaten wij op woensdagmiddag op een kussen op de grond.

Monden dicht en oren open bij de oude radio;

Tante Lili, Ome Herman, Avro’s kinderkoor en zo.

Kopje thee met een frou-frou-tje en de kachel brandde goed.

Klanken van de ‘Kleppermars’ en ‘Rosa bloemen op je hoed’.

 

Oma hield van de programma’s met het Vara dansorkest,

of het orgel van Pierre Palla, maar aan ‘pop’ had ze de pest.

Radio bracht in die dagen geheimzinnigheid in huis,

zoals van ‘de waterstanden’; Grave Beneden de Sluis.

Fop I. Brouwer en Ab Goubitz, mevrouw Lotgering Hillebrand,

Ida de Leeuw van Rees, die namen vond ik heel interessant.

Pa luisterde naar een hoorspel, naar Paul Vlaanderen wellicht.

In mijn bed hoorde ik de stemmen, kneep m’n ogen stevig dicht.

Ik droomde van Eucalypta in een Paulus-avontuur,

en de nar Krokeledokus van ’t Klokje van Zeven Uur.

Bij de stemmen uit dat kastje maakte ik zelf wel een beeld

wakkerde mijn fantasie aan en ik raakte niet verveeld.

Radio je hebt verloren, ’t beeldscherm overvleugelt jou,

maar jij bent mijn ‘held’ van vroeger, radio ik blijf je trouw.

Reacties zijn gesloten.